Gemeente Hilversum: ‘Zorg dat je voldoende capaciteit en cofinanciering hebt’

Toen Geert Jan Rijpstra bij gemeente Hilversum begon, kende iedereen de beleidsadviseur Mobiliteit en Verkeer al héél snel. “Als je je collega’s meteen met anderhalf miljoen aan extra werk opzadelt, is niet iedereen daar blij mee”, vertelt hij. Toch vond Rijpstra het noodzakelijk om de mogelijkheden die de Investeringsimpuls biedt met beide handen aan te grijpen. Zelf heeft hij twintig jaar lang een groot aandeel gehad in het opbouwen van Zeewolde, een dorp dat nu keurig voldoet aan de Duurzaam Veilig-principes die in de jaren ’90 zijn vastgelegd. Inmiddels is Hilversum door de Rijksbijdragen uit de investeringsimpuls – en door Rijpstra’s aanjagen – een dubbelzijdige fietsoversteekplaats, een opgehoogde voetgangersoversteekplaats en vele drempels rijker. De plannen voor de derde tranche liggen inmiddels ook klaar.

Afbeelding: verhoogde voetgangersoversteekplaats in de schoolzone op de Gijsbrecht van Amstelstraat in Hilversum

Invullen en klaar

Over de aanvraag van de subsidie zegt Rijpstra: appeltje eitje. “Je kunt kiezen uit een heel scala aan maatregelen en krijgt die in brokstukken aangereikt. We hebben ze een klein beetje gemodificeerd en vervolgens ingediend: zoveel drempels, zebrapaden, plateaus en fietsoversteken; invullen en klaar.” De grootste bottleneck bij de meeste gemeentes zit ‘m volgens Rijpstra in het feit dat je zo’n subsidieaanvraag ‘er even bij moet doen’, terwijl iedereen al vol zit met werk. “Niemand die dat spoor zomaar in z’n eentje kan optrekken; dat moet je echt inrichten als een project. Maar er is vaak te weinig capaciteit.” Binnen gemeente Hilversum is er uiteindelijk wel iemand vrijgemaakt om de maatregelen uit te tekenen en het bestek te schrijven. “Dat is echt een behoorlijke klus en daar heb ik best wel voor moeten doorzetten”, vertelt Geert Jan.

Afbeelding: Portretfoto van Geert-Jan Rijpstra
Geert Jan Rijpstra, beleidsadviseur Mobiliteit en Verkeer bij de gemeente Hilversum

Vijftig nieuwe drempels

“Aan het begin van het aanvraagproces kijken we eerst naar onze lijst met wensen en welke overeenkomen met de maatregelen die op de menukaart staan”, vertelt Rijpstra. “Als je specifieke maatregelen wilt uitvoeren, kun je alvast van tevoren met het Rijk kortsluiten wat wel en niet mag. Je moet dus wel goed voorbereid zijn. Ik had bijvoorbeeld al klaarstaan dat ik vijftig drempels wilde aanleggen.”

Drempels zijn niet altijd de meest efficiënte maatregel, volgens Rijpstra, maar omdat maatregelen binnen de investeringsimpuls ook gebonden zijn aan een bepaalde uitvoeringsperiode, is niet alles mogelijk. “Sommige maatregelen moet je eerst nog verder uitwerken. Drempels zijn laaghangend fruit, die moet je pakken. Daarbij doen ze veel voor de veiligheidsbeleving. Kinderen kunnen door drempels vaak prima op straat spelen, omdat mensen simpelweg minder hard rijden. Rijpstra ondervindt wel weerstand bij maatregelen als deze. “Dan klagen automobilisten dat ze veel te veel moeten optrekken en afremmen, en bewoners ondervinden daar vervolgens weer overlast van. Maar dat is een kwestie van wennen. Op een gegeven moment zal iedereen echt langzamer rijden.”

Voor de volgende tranche ligt er al een nieuw bestek klaar voor drempels. Zo kan Rijpstra bij de aankondiging direct aan de slag. “Daarmee haal ik me opnieuw weerstand op de hals. Liever wachten bewoners op de ISA-maatregelen; intelligente snelheidsadaptatie in de auto. Maar dat duurt helaas nog wel even.”

Drempels zijn laaghangend fruit, die moet je gewoon pakken omdat ze veel doen voor de veiligheidsbeleving.

Afbeelding: fietsoversteekplaats op de Hilversumse Meentweg.
De dubbelzijdige fietsoversteekplaats op de Hilversumse Meentweg

Dubbelzijdige fietsoversteekplaatsen op Hilversumse Meentweg

Op de Hilversumse Meentweg, een 50-kilometerweg waar vaak te hard wordt gereden, is een veilige fietsoversteekplaats gerealiseerd. Hier moet de fietser vanuit de wijk oversteken om naar Hilversum of Bussum te gaan. Met de rijksbijdragen uit de investeringsimpuls is de fietsoversteek nu zowel aan de noord- als zuidkant goed geregeld, met een dubbele oversteekmogelijkheid. Infrastructureel goed geregeld dan, want Rijpstra ziet nog wel verbeterpunten in het gedrag van de fietser:

“De oversteekplaats is nog maar net aangelegd, of we zien al dat fietsers alsnog op de verkeerde manier oversteken, want dat is korter. Dus je kunt zo’n plek voor honderd procent verkeersveilig inrichten, maar uiteindelijk ligt het alsnog bij het gedrag van de verkeersdeelnemer. Dan denk je wel eens: is het nu voor niks geweest? Maar daarom organiseren we, aanvullend op de infrastructurele maatregelen, een programma waarin we met posters en billboards de verkeersdeelnemer aanspreken op zijn gedrag.”

Afbeelding: voetgangersoversteekplaats in een schoolzone op de Gijsbrecht van Amstelstraat in Hilversum
De verhoogde voetgangersoversteekplaats in de schoolzone op de Gijsbrecht van Amstelstraat

Ophoging zebrapad in schoolzone

De in een schoolzone liggende voetgangersoversteekplaats op de Gijsbrecht van Amstelstraat werkt nu vanwege de steile op- en afloop van het zebrapad perfect, volgens Rijpstra. Na uitvoering van deze maatregel was er ook weerstand, in dit geval vanuit brandweerlieden die naar eigen zeggen nu minder snel kunnen uitrukken. “Dan zeggen wij: deze oversteekplaats is daadwerkelijk bedoeld voor de veiligheid van voetgangers en kinderen.” Voor de aanleg van het opgehoogde zebrapad, werden overstekende voetgangers namelijk te veel genegeerd, ook omdat het net na een bocht is. “Iedereen reed altijd maar gewoon door, dat is nu een stuk minder. Het is nu veel duidelijker voor mensen dat het een zebrapad is.” En gelukkig hoort Geert Jan ook positieve reacties van bewoners. “Sommigen zeggen zelfs: kan dat niet ook bij ons voor?”

Prioritering in projecten

Hoe kies je nu welke projecten en maatregelen prioriteit hebben voor de Investeringsimpuls? Gemeente Hilversum heeft een duidelijke prioritering aangebracht in de projecten die op de plank liggen. De belangrijkste vraag daarbij is: waar wordt al iets uitgevoerd? “We kiezen allereerst voor de maatregelen die ergens op kunnen meeliften of die we redelijk eenvoudig als bestek op de markt kunnen zetten”, vertelt Geert Jan. “In de eerste tranche hadden we als project voor de Impuls een doorfietsroute die we nu in de volgende tranche weer kunnen voortzetten. Deze moest nog afgewerkt worden voor rioolwerk, dus die kun je gelijk in dat bestek schuiven. Op die manier probeer ik grote stappen te maken.”

Daarnaast kijkt Rijpstra naar aantal ongevallen op een locatie én waar zich de grootste risico’s bevinden. Hoe hard wordt er bijvoorbeeld gereden? Is het er erg druk? Die factoren zijn allemaal van belang in de keuze voor aanvraag en uitvoering van maatregelen.

“Maar ook als er over een plek veel klachten zijn, vinden we dat belangrijk, omdat dat iets zegt over subjectieve veiligheid.”

Tips voor andere gemeenten: voldoende capaciteit en cofinanciering

“Als je een aanvraag voor de Investeringsimpuls gaat doen, zorg dan allereerste dat je genoeg cofinanciering hebt”, geeft Rijpstra als advies. Naast de Investeringsimpuls is het bij sommige provincies een mogelijkheid om een aanvullende subsidie aan te vragen.[1] “Het gaat om een hoop geld en een hoop maatregelen die je gedaan kunt krijgen, dus dat is het echt waard.”

En tot slot tipt hij: “Zorg dat je genoeg capaciteit hebt voor het hele subsidietraject. Hoewel ik voor de eerste tranche een hoop in mijn eentje heb gedaan, moest ik er voor de uitvoering later toch nog externe krachten bij halen; om de bestekken op tijd rond te krijgen en genoeg aannemers te hebben. Dus een enthousiaste beleidsadviseur is één, maar het is noodzakelijk dat de hele organisatie zo’n subsidietraject omarmt.”

[1] Niet iedere provincie vult dit bedrag aan of geeft een bepaald percentage subsidie.